BALANS TUSSEN VRAAG EN AANBOD VAN ZORGPERSONEEL STAAT ONDER DRUK
De zorgvraag zelf neemt toe door een vergrijzende populatie, maar ook door medische en technologische innovaties die steeds meer zorg mogelijk maken. Tegelijkertijd staat het aanbod van zorgwerknemers onder druk. Medewerkers verlaten de zorg door een gebrek aan werkplezier, de regeldruk onverminderd hoog is, er gebrek aan tijd en ruimte is voor opleiding en ontwikkeling en door te beperkte zeggenschap. Daarnaast vergroot vergrijzing niet alleen de zorgvraag, maar versnelt het ook de uitstroom van zorgmedewerkers, omdat meer medewerkers met pensioen gaan. De algehele krapte op de arbeidsmarkt verhindert daarbij ook de aanwas van nieuwe medewerkers, omdat de concurrentie vanuit andere sectoren is toegenomen.
Dit ‘zorginfarct’ aan medewerkers krijgt daarom terecht veel aandacht in het Integraal Zorgakkoord.
AFSPRAKEN UIT HET INTEGRAAL ZORG AKKOORD (IZA) OM AANBOD TE VERGROTEN LIJKEN BEPERKT EFFECTIEF
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) bevat grotendeels maatregelen om de groeiende zorgvraag significant af te remmen. Deze afspraken – o.a. betreffende regionale samenwerking en concentratie, versterking eerstelijnszorg en inzet op gezond leven/preventie – kunnen daarmee indirect een bijdrage leveren aan het dempen van de vraag naar zorgpersoneel.
Het IZA kent ook een aantal arbeidsmarkt-specifieke afspraken die direct via de aanbodzijde de balans tussen vraag naar en aanbod van zorgpersoneel dienen te herstellen. Deze maatregelen betreffen weinig concrete ambities: beperken uitstroom door bieden van ‘goed werkgeverschap’ en ‘professionele ruimte’, bevorderen arbeidsefficiëntie, verminderen regeldruk, implementeren van sociale en technologische innovaties.
Deze ambities zijn niet nieuw en resultaten uit het verleden laten zien dat realisatie ervan in de praktijk weerbarstig is. Concreet vergen ze het ombuigen van jarenlange trends in onder meer arbeidsproductiviteit en arbeidsparticipatie:
In het IZA lijkt de omvang van de resulterende uitdaging dan ook te onderkennen, want als randvoorwaarde geldt: ‘we ontkomen er niet aan dat de samenleving beter moet worden voorbereid op schaarste in de zorg en de noodzaak tot het maken van keuzes’. Politieke keuzes in de zorg worden in dat geval onvermijdelijk, zoals ook al opgemerkt door de WRR in het rapport: Kiezen voor Houdbare Zorg. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak.
BEWEZEN EFFECTIEVE MAATREGELEN OM PRODUCTIVITEIT TE VERGROTEN MOETEN TEN VOLLE BENUT WORDEN
Ook als er uiteindelijk niet aan het maken van politieke keuzes valt te ontkomen, moet het bestaande instrumentarium om het aanbod van zorgmedewerkers te verhogen maximaal toegepast worden. Dit lijkt momenteel nog onvoldoende te gebeuren. Concreet zien wij in de praktijk dat het zorgaanbod verhoogd kan worden als de factor ‘arbeid’ efficiënter en productiever ingezet wordt.
- Vergroten productiviteit: De arbeidsproductiviteit in de zorg blijft al jaren achter bij andere sectoren – ook bij andere dienstverlenende sectoren – die sterk afhankelijk zijn van personeel, zoals de zakelijke dienstverlening. Dit duidt op een onbenut potentieel dat ontgonnen kan worden door productiviteitsverhogende maatregelen die ook in andere sectoren zijn doorgevoerd en vaak op pilot-basis in de zorgsector uitgeprobeerd worden. Een concreet voorbeeld hiervan is het professionaliseren van capaciteitsmanagement. Voor een Algemeen ziekenhuis hebben we recent het capaciteitsmanagement verbeterd, waardoor met zeer beperkte meerkosten ca. 5% meer patiënten geholpen kunnen worden.
Andere maatregelen aan de aanbodszijde achten we minder kansrijk:
- Verhogen instroom: zelfs als er voldoende personeel gevonden zou kunnen worden zodat 1 op de 4 uit de beroepsbevolking in de zorg werken (wat jarenlang een enorme instroom zou vergen), dan zou er macro-economisch een onwerkbare situatie ontstaan. De financiering van een dermate grote zorgsector zou financieel niet te dragen zijn door de overige beroepsbevolking. Daarnaast bestaat het risico dat instroom verhogende maatregelen (bijvoorbeeld hogere salarissen) ervoor zorgen dat werkgevers in de zorg met name elkaar gaan beconcurreren op de arbeidsmarkt.
- Verlagen uitstroom: de uitstroom in de zorg is relatief hoog, maar met name tùssen zorgaanbieders: 78% van de uitstroom blijft in de sector werken. Van de 22% die wel uit de sector vertrekt, gaat een deel met pensioen (7% is niet werkzoekend) en geeft de 10% die werkzaam is geworden buiten de sector (5% is werkzoekend) in grote mate aan (64%) ooit weer te willen gaan werken in de zorg5. Met verlagen van de uitstroom lijkt daarmee niet veel te winnen bij het vergroten van het aanbod van zorgpersoneel. Al blijft het voor de individuele zorginstelling waardevol om een aantrekkelijke werkgever te zijn, waarin zorgmedewerkers zich kunnen concentreren op hun kerntaak (zorg bieden) in een team waarin ze zich gehoord voelen.
CONCLUSIE
Het bewaken van de balans tussen vraag naar en aanbod van zorgpersoneel is misschien wel de grootste uitdaging om de zorg in Nederland toegankelijk te houden. Het IZA besteedt hier terecht aandacht aan, maar om daadwerkelijk impact te maken moeten de ambities versneld omgezet worden in acties. Juist interventies die bewezen effectief zijn, zoals vergroten van de productiviteit door professionalisering van capaciteitsmanagement en ook digitalisering/automatisering, kunnen (juist al op kortere termijn) uitkomst bieden.
VERDER PRATEN
Wil je verder praten over dit onderwerp? Of bespreken hoe we samen kunnen werken om de uitdagingen in de zorgarbeidsmarkt het hoofd te bieden? Neem dan contact op met Aart Willem Saly of Willem Wijn, we gaan graag het gesprek aan.