De druk op ziekenhuizen om zorg te verplaatsen vanuit JZOJP neemt toe. Voor ziekenhuizen blijkt het echter lang niet makkelijk hierin keuzes te maken en om deze keuzes daadwerkelijk door te voeren. Vanuit VWS en de organisatie rondom JZOJP wordt een onderscheid gemaakt in drie manieren waarop zorg op de juiste plek geboden kan worden.
Dit biedt een goed handvat voor portfoliokeuzes: als eerste (duurdere) zorg voorkomen, als tweede zorg rondom de mensen organiseren en dus fysiek verplaatsen en als derde slimme zorg en e-health inzetten om zorg te vervangen. [1]
Waar al enige tractie gemaakt wordt in het thuis behandelen (zorg verplaatsen) van patiënten en zorg op afstand (zorg vervangen), blijft de organisatorische verplaatsing van zorg van ziekenhuizen naar de 1e of 1,5e lijn achter. Daarmee wordt duurdere zorg dus vooralsnog niet voorkomen. Dit is zonde, want deze manier van verplaatsen is een relevante manier om druk van de ziekenhuiszorg af te halen. Een aandachtspunt hierbij is overigens dat de druk in de 1e lijn en 1,5e lijn toeneemt, hierover moeten goede afspraken gemaakt worden.
In dit korte artikel ga ik in op enkele manieren waarop de keuze voor dit type zorgverplaatsing gemaakt kan worden. Daarbij moet opgemerkt worden dat één van de belangrijkste randvoorwaarden voor zorgverplaatsing op initiatief van het ziekenhuis, het goed financieel inregelen van deze verplaatsing is. Hierover later meer in het derde blog in deze serie.
[1] Indeling die gehanteerd wordt door www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl
Kiezen vanuit het patiëntperspectief
In de zorg draait het om de patiënt. Het meest logische, maar tegelijk vaak onderbelichte, perspectief om te kiezen voor zorgverplaatsing is vanuit de patiënt. Patiënten met meerdere aandoeningen tegelijk, worden het liefst op één plek gezien voor hun zorg. Wanneer dit oudere patiënten zijn, kan bijvoorbeeld een geriatrisch expertisecentrum de juiste plek zijn voor deze populatie. De ene patiënt is bovendien de andere niet. Patiëntsegmentatie kan helpen bij het op voorhand bepalen van de juiste plek voor een patiënt op basis van eigen behandelvoorkeuren. Zie hierover ook ons eerdere blog ‘dé patiënt bestaat niet’.
Kiezen op basis van medische inhoud
De medische inhoud is een heel logische manier om naar dit vraagstuk te kijken: voor welke groepen patiënten is zorg leveren in het ziekenhuis wellicht overbodig? Hierbij valt te denken aan een paar categorieën. Ten eerste de chronische zorg voor patiënten die stabiel zijn. Dit is een groep die vaak al jaren twee tot drie keer per jaar in het ziekenhuis gezien wordt voor controle. Hieruit komt zelden iets bijzonders. Dit is typisch een groep die ook door de huisarts opgevolgd kan worden, mits er goede afspraken zijn over wanneer een ziekenhuisbezoek wel nodig is. Hierbij kan een meekijkconsult een goede optie zijn.
Daarnaast zijn er ingrepen die wellicht door een gespecialiseerde huisarts uitgevoerd kunnen worden, eventueel na consultatie in het ziekenhuis. Denk aan kleine dermatologische of gynaecologische ingrepen. De laatste groep betreft dan follow-up na kleine electieve ingrepen. Dit kan wellicht overgenomen worden door 1,5e lijns centra. Overigens speelt in al deze opties ook e-health een rol. Monitoring op afstand maakt het gemakkelijker en veiliger om zorg ook daadwerkelijk naar de 1e of 1,5e lijn te verplaatsen. Vanuit de COVID-19 uitbraak weten we dat dit op een goede en veilige manier te doen is.
Kiezen vanuit een strategisch perspectief
Wanneer er meerdere aanbieders zijn in de regio van dezelfde zorg, kan een ziekenhuis er ook voor kiezen bepaalde zorg niet meer aan te bieden. Dit geeft helderheid over het profiel. Ook kan een ziekenhuis hiermee een voorschot nemen door de zorg die in de toekomst waarschijnlijk toch uit het ziekenhuis verdwijnt, alvast af te stoten. Bovendien kan door anderen in de regio de ruimte te geven te groeien op bepaalde patiëntgroepen, er ruimte gecreëerd worden om zelf de groeien op andere patiëntgroepen. Hiermee geeft een zorgaanbieder daadwerkelijk invulling aan de strategie.
Alle drie deze benaderingen zijn valide en relevant. Vaak zal een combinatie van deze perspectieven tot een goede invulling leiden van het voorkomen van duurdere zorg. Als ziekenhuisbestuur is het raadzaam een eenduidig beleid te maken als het aankomt op keuzes voor dit type zorgverplaatsing en dit vervolgens door de organisatie zelf uit te laten werken. Tegelijk kan op bestuurlijk niveau het netwerkoverleg alvast opgestart of doorgestart worden, met daarbij natuurlijk ook de betrokkenheid van verzekeraars op het juiste moment in het proces.